Soms heel hoog, soms heel diep...
Liefste Bloggers, zoals het goede reizigers uit de 21ste eeuw behoort vullen wij plichtbewust onze blog aan. En zoals goede familileden, vrienden, collega´s, kennissen, minder goede vrienden, ...behoort lezen jullie deze met veel aandacht...
Vanuit La Paz reisden we verder naar Cochabamba. Hier aangekomen besliste Erik en Hannes dat lang haar en hitte toch niet zo een goede combinatie is. Dus moesten ze op zoek naar een kapper. Na een uurtje rond te dwalen door de vele marktkraampjes die Cochabamba rijk is belanden ze op de plaats waar het allemaal zou gebeuren. Naast elkaar zittend in een stoel probeerde ze uit te leggen wat ze wilden. Beiden hadden ze een mannelijke Boliviaanse kapper, van klein gestalte en met iets of wat overgewicht. Natuurlijk kon ook het typische witte hemd niet mankeren. Voor de kapper aan Hannes zijn haar begon, nam hij vuur en brandde hij al zijn materiaal af ( kammen, scharen, scheermesjes, ....) . Dit waarschijnlijk om luizen te voorkomen. Het grappige was dat Erik zijn kapper dit niet deed en Erik dus de volgende dagen een luizenfobie ontwikkelde. Het knippen zelf verliep redelijk vlot en over het resultaat waren ze beiden ook niet ongelukkig. Toen de kapper voorstelde om Hannes ook te scheren kon hij natuurlijk niet anders dan 'ja' zeggen. Wat een fantastisch gevoel om je te laten scheren door iemand anders. Als je er niet teveel bij nadenkt dat er een Boliviaans mannetje met een vlijmscherp mes over je keel schraapt is het echt genieten...S´avonds pikte we nog een filmpje ( Alice in Wonderland in 3D) mee in de plaatselijke Kinepolis. De film was enkel in het Spaans en toen we aan de kassa ,wegens de slappe lach, niet uit onze Spaanse woorden geraakte begon de kassier ons gewoon uit te lachen. Waarom gingen wij in godsnaam naar een Spaanse film kijken? Toch genoten we er met volle teugen van en daarna gingen we lekker eten bij een echte Italiaan en kropen ons bedje in...
De dag erna stonden Erik en Hannes vers gekapt en geschoren om 6u op omdat ze gingen Parapenten. Samen met Martijn en Beth kropen ze in een busje richting de startplaats. Erik, Beth en Hannes gingen een duo-sprong ondernemen, Martijn ging voor zijn eerste solo-sprong. Het principe van parapenten is nogal simpel. Je trekt een parapente ( soort parachute) aan, je begint te lopen en je hoopt dat je zweeft voor je aan de afgrond komt. Onze twee begeleiders bleven er vooral op hameren dat we heel snel moest lopen, dat was het enige waar we ons op moesten concentreren. Eerst ging Martijn en zijn eerste solo-sprong was onmiddellijk een groot succes. Daarna volgde er een Amerikaans meisje die bij het opstijgen struikelde en daardoor nogal hard op de grond viel samen met haar begeleider. Dit verhoogde natuurlijk de spanning bij Erik en Hannes. Vervolgens was Erik aan de beurt, Zoals opgedragen liep hij de ziel uit zijn lijf en zelfs toen ze reeds in de lucht waren bleef hij nog eventjes verder lopen....Noem het luchttrappelen...Hierna vertrok ook Hannes en ook bij hem verliep het opstijgen vlekkeloos. Éénmaal je in de lucht hangt is het ongelooflijk genieten. Het gevoel te zweven door de lucht, kunnen stijgen in warme luchtstromen, het uitzicht, echt alles aan parapenten is fantastisch. Ook de landing verliep vlot, met het kleine minpuntje dat Erik zijn staartbeen bezeerde en hier de komende dagen nogal veel last van zou hebben. Ongelooflijk voldaan keerden we terug om te genieten van een welverdiende pint. Ook Dieter had zeker een pintje verdiend. Na veel te lang was hij nog is zijn grote passie gaan beoefenen: rotsklimmen.
De dag erna vertrokken we naar ToroToro, één van Bolivië´s belangrijkste natuurparken. Met ons drie hadden we een taxi afgehuurd voor twee dagen en die kwam ons al om 5u ophalen aan ons hotel. De rit naar het natuurpark was, om het zacht uit te drukken, over een weg die niet in perfecte staat verkeerde. Meerdere malen moesten we door riviertjes en de stenen kletste tegen de wagen. Het kon dan ook niet ander of we kregen een platte band. Onze chauffeur, Emerilio ( E.K.A. Eduardo), plaatste dan maar de reserveband die spijtig genoeg ook plat stond. Gelukkig kon Emerillio bij wegenwerkers ( die stenen aan het rangschikken waren) een pomp lenen en geraakte we op deze manier in het volgende dorp. Hier kon Emerillio zijn band laten repareren en oppompen. Zo geraakte we toch in Torotoro.
Hier aangekomen moesten we inkom betalen en werd ons een gids toegeschreven. We hadden het geluk een gids te hebben in opleiding die daarenboven niet bij de slimste van de klas zal geweest zijn. Hij begon elke zin, maar werkelijk elke zin, met: 'Sénoras Touristas'. Dus op de eerste wandeling werden we extra begeleid. Ook de vrouw van het toerismebureau kwam mee om de gids te beoordelen. Dit maakte de gids nogal zenuwachtig. Hij zat continu in aantekeningen te kijken. Best grappig want later ontdekte we dat hij niet kon lezen noch schrijven. De wandeling zelf was prachtig. We liepen langs voetafdrukken van dinosauriërs( jaja, daar had nen dino gelopen), zagen een ongelooflijk mooie vallei en gingen zwemmen aan een prachtige waterval. Heel opmerkelijk waren de berggeiten. We hebben hier een heel interessant verhaal over maar wegens te ingewikkeld zullen we dit houden tot in Tervuren. S´avonds kochten we een blik tonijn, krackers en veel pintjes en gingen we onze maaltijd nuttigen op het marktpleintje. Ook Emerillio kwam erbij zitten en samen maakte we het veel te laat met veel te weinig eten ( een blik tonijn gekocht in een afgelegen dorp in de meest stoffige winkel is ook niet bepaald bevorderlijk voor de eetlust) en net iets teveel drank...
De volgende ochtend vertrokken we om 7u. Deze keer eerst een stuk met de auto en spijtig genoeg stond onze gids er deze keer alleen voor. De uitleg tijdens de dag was dan ook niet van het hoogste niveau. De eerste wandeling was niet echt de moeite, maar dit werd goedgemaakt door de bewaker van het stukje natuurpark. Dit was de boer die aan de 'ingang' woonde. Hij was zeker 70 jaar oud en aan hem moest je om één of andere reden inkom betalen. Wij denken dat hij dit zelf zo beslist had maar aan hem betaalde we met veel plezier. Zeker toen we ontdekte dat zijn vrouw patatten, eieren en een zeer pikantig sausje voor ons had klaargemaakt. Spijtig genoeg begon het te regenen en konden we niet lang met hun babbelen. De volgende rit werd door de regenval bemoeilijk en meerdere keren moesten we de taxi duwen. We geraakte toch aan de volgende bezienswaardigheid: de grootste grot van Bolivië.
Normaal moet je om de grot te betreden een helm dragen maar aangezien de parkwachter niet aanwezig was gingen we maar zonder. Iedereen pillamp op het hoofd ( behalve Hannes want die was de zijne vergeten) en daar gingen we het donker in. Alle drie waren we in het begin een klein beetje geïrriteerd door de gids die nogal euforisch was ( waarschijnlijk omdat hij voor de eerste keer alleen met toeristen op stap was) en om de 2min waarschuwde dat we ons hoofd niet mochten stoten. Deze irritatie verdween echter al snel toen we zagen hoe mooi het daar wel niet onder de grond was. Ook het feit dat het echt nog geen toeristische grot was en je dus moest kruipen, klauteren en nog meer kruipen vonden we best tof. Ook al ontdekte we alle drie snel dat speleologie niet ons sterkste kant is toch genoten we van deze ervaring. Op het diepste punt kwamen we aan een ondergronds meer waar, ongelooflijk maar waar, een soort vissen in leefde. Toen we terug boven kwamen restte er ons nog één bezienswaardigheid. Aan de ingang van het dorp zijn meerdere dino-voetafdrukken gevonden en die wouden we natuurlijk zien. Best raar om te beseffen dat die beesten daar ooit echt rondliepen zeker omdat sommige afdrukken echt gigantisch zijn.
Hierna begon de taxirit terug. Alles verliep vlot tot we aan de eerste rivier kwamen. Deze was door de regen gestegen en met de auto erdoor rijden leek nu onmogelijk. Wij ( de drie toeristen) kwamen op het briljante idee een dam te bouwen maar zagen uiteindelijk het nutteloze hiervan in. Erik verplaatste dan de volle twee stenen omdat hij dacht dat het water dan beter zou doorlopen maar ook dit bleek nutteloos. Toen kwam er een moto aangereden. Het koppel op de moto stapte af, stapte met de moto door de rivier ( waarbij de moto twee keer bijna wegstroomde) en begon aanwijzingen te geven aan Emerillio hoe hij aan de andere kant kon geraken. Wij dachten dat hij het niet ging doen maar Emerillio gaf volle gas en vloog door het water. Heel de motorkap zat onder water maar hij geraakte juist aan de overkant. Zo hadden we er weer een held bij: den Emerillio. Na nog een aantal kleinere riviertjes geraakte we terug in Cochabamba.
Een goeie nacht en dag rust later namen we de nachtbus richting Potosi. Deze busreis werd gekenmerkt door zeer weinig slaap, een kotsende Beth en vooral heel veel flauwe mopjes. Potosi is enkel bekend voor zijn mijnen. Vroeger zeer rijk aan zilver, nu worden er vooral andere mineralen naar boven gehaald. Je kan deze mijnen ook bezoeken en dat deden we dan ook. Eerst kregen we een overal, helm, hoofdlamp en stofdoekje aan. Vervolgens gingen we naar het mijnwerkersmarktje waar je cadeautjes kan kopen voor de mijnwerkers. Dit kan water, softdrink, bier, sterke drank ( 96 graden!!!!) cocabladeren, springstof, .....zijn. We kochten van alles wat en trokken dan richting de mijn. Onmiddellijk werd duidelijk dat dit geen gewone toeristische attractie is en dat de mijn nog steeds in werking is. De eerste schacht was direct donker, stoffig en overal zag je half ingestorte stutbalken. Toen we op handen en voeten verder moesten kruipen in een wel zeer stoffige gang werd het Dieter eventjes teveel. Hij wist een paar minuten niet of hij nog verder ging gaan. Ook Erik twijfelde eventjes maar uiteindelijk ging iedereen mee dieper de mijn in. De werkomstandigheden zijn echt onmenselijk. De meeste mijnwerkers werken voor zichzelf onder de vorm van een soort coöperatieve. Ze hebben dan ook geen stofmaskers ( te duur) en de algemene veiligheidssituatie in de mijn is abnormaal slecht. We waren hier allemaal dan ook zeer diep onder de indruk van. Het gaf ons ook een zeer dubbel gevoel om als toerist te gaan kijken naar hoe zij daar afzien. Maar langs de anders kant verdienden ze wat extra geld aan ons en waren ze zeer blij onze cadeautjes te ontvangen en hun verhaal te kunnen vertellen. Mijnwerkers zijn heel fiere mensen! Het einde van de tour was een demonstratie met dynamiet, De gids stak de lont aan en duwde de dynamiet dan ineens in Hannes zijn handen voor een foto met brandende lont. Ook Erik, Dieter en de rest van de groep moesten op de foto met de smeulende lont. Dan liep de gids weg met de dynamiet en smeet deze in een plas water. De knal die iets later volgde was nogal indrukwekkend en deed dan ook meerdere van ons redelijk hard verschieten. S´avonds praatte we nog wat na over de onmenselijke werkomstandigheden en kropen dan vroeg in ons bed.
De dag erna reisde we door naar Sucré, volgens de grondwet nog steeds de hoofdstad van Bolivië. We begonnen met een bezoek aan het geschiedenis-museum en geloof het of niet maar iedereen vond dit best interessant. Daarna slenterde wat door de stad en begon de spanning te stijgen. Jaja, he was de dag van de terugwedstrijd RSCA-HSV. Om 16u zaten we dan ook klaar met de laptop in een cafeetje met WiFi om de wedstrijd via sporza-radio te volgen. Manman, nog nooit zoveel spanning gehad door naar de radio te luisteren. Heel het café werd op tijd en stond bijeengeroepen en volgens Beth at Hannes meerdere malen bijna zijn laptop op. Toen we bij 4-2 ook nog eens door moesten gaan om de bus te halen was de spanning niet de houden. Hannes kon zijn ogen niet meer van zijn gsm houden. De hoop was zeer groot. Spijtig genoeg kregen we toen het bericht dat we uitgeschakeld waren. Teleurgesteld maar al bij al toch nog fier over de prestatie van Anderlecht begonnen we aan de busrit richting Uyuni.
Het dorpje Uyuni was onze laatste stop in Bolivië, maar het mooiste stukje natuur van het land lag nog voor ons: de zoutvlaktes van Uyuni. We boekte een driedaagse trip die we samen zouden ondernemen met Beth, Martijn en Sander ( een Hollander die we net hadden leren kennen). De avond voor vertrek gingen we braaf nog een paar pintjes drinken. Zo belandden we in een cafeetje waar de muren één grote 'Wall off Fame' waren. De barman had verschillende drank-spelletjes in de aanbieding en de winnaars kwamen op de muur te hangen. Jullie kunnen je wel inbeelden dat er zeer veel wilskracht nodig was om ons in te houden, anders hadden we de dag erna de tour zeker gemist... De Belgische eer zouden we een andere keer moeten verdedigen.
De dag erna stond onze chauffeur perfect op tijd aan ons hostel en konden we aan de tour beginnen. Eerste stop was een trein-kerkhof. Zoals de naam al zegt is dit een vlakte waar vervallen treinen 'geparkeerd' staan. Echt wel mooi en raar om te zien en natuurlijk konden de amateurfotografen onder ons zich volledig laten gaan met zoveel mogelijkheden. Daarna reden we door naar het laatste dorpje voor de zoutvlaktes. Hier kon je allerhande souvenirs kopen en lieten we onze onderhandelingstallenten nog eens de vrije loop. Hierna reden we dan door naar wat zeker één van de hoogtepunten van de reis zal blijven: de zoutvlaktes.
Volgens ons zijn de zoutvlaktes één van de mooiste stukken natuur ter wereld. Zover als je kan kijken een perfect witte ondergrond en daarboven een ongelooflijk mooie blauwe lucht. Het is echt redelijk onwerkelijk om hier met een jeep over te rijden. En wie dacht dat het trein-kerkhof al een paradijs voor amateurfotografen was werd helemaal zot van de mogelijkheden die er hier waren. Na ons te verbazen over de omgeving en ons te amuseren met de kodaks reden we verder naar onze eerste stop: een zouthotel: een Hotel volledig opgebouwd uit Zout. Spijtig genoeg staat het op de zoutvlakte en dit mag helemaal niet. Natuurliefhebbers als wij zijn konden we dit natuurlijk niet appreciëren en dus hielden we het bij een korte stop.
Hierna reden we door naar een eiland in de zoutvlakte. Dit is eigenlijk een verzameling rotsen die een heuvel vormen ( met ongelooflijk veel cactussen) die fel afsteekt tegen de blauw-witte omgeving. Na de heuvel te beklimmen was het tijd voor de lunch bereid door onze kokkin ( die tevens de vriendin was van onze chauffeur). Dan werd de Ipod terug ingeplugd en ging de tocht over de zoutvlaktes verder , natuurlijk met de nodige foto-pauzes. Uiteindelijk kwamen we aan een klein dorpje waar er ook een zouthostel was ( deze keer niet illegaal) en hier bleven we overnachten. Het was echt een prachtig hostel. Om de tijd te doden tot aan het avondeten besloten we een basketbalwedstrijd te spelen tegen de plaatselijke bevolking, Echt lachen en deze keer hebben we de Belgische eer wel goed verdedigd. Na 10-2 achter te staan wonnen we met 12-14. Enige probleem was de hoogte ( rond de 4000m) waardoor we na 2min lopen al bekaf waren. S´avonds genoten we weer van een lekkere maaltijd, speelden we nog wat met de kaarten en genoten we van een ongelooflijke sterrenhemel voor we in ons bed (uit zout gemaakt) gingen slapen.
De volgende ochtend vertrokken we vroeg om verschillende lagunen en ' stenen bossen' te bezoeken. De lagunen waren gewoon prachtig. Mooi blauw water, vulkanen in de achtergrond, drinkende lama´s en flamingo´s. Wat wil een mens nog meer? De rotsen waren ook best spectaculair en zeker Diet en Martijn konden zich volledig laten gaan met het boulderen. S´avonds belandden we in een hostelletje dat heel wat minder luxueus was dan het vorige. We sliepen in een kamer van 5 met 6 en de condense drupte s´nachts van het dak naar beneden (mmm, lekker).
De dag erna was weer vroeg opstaan om de geisers te kunnen zien en dan door te rijden naar een warmwaterbron. Ondanks dat we de echte zonsopgang juist miste was het zo zalig om in het warm water de zon verder te zien opkomen. En het water was echt warm! Je zat er gewoon in te zweten. Manman, dat was echt genieten. Dan ging de tocht verder naar de grens met Chili. Hier namen we afscheid van onze chauffeur en onze kokkin en namen we de bus verder. Nog maar pas in Chili of het viel ons al direct op hoe goed de wegen hier zijn, ze hebben hier zelfs vangrails. Dat waren we helemaal niet meer gewoon, Spijtig genoeg was het tweede wat ons opviel het prijsverschil, Chili is echt veel duurder dan Bolivië en het is dus gedaan met een T-bonesteak te kunnen eten voor 4 euro of een pintje voor 25 cent.
De eerste bestemming in Bolivië was San Pedro de Atacame, een klein maar heel toeristisch dorpje. Hier rustte we vooral uit, genoten van de zon, gingen zwemmen, slenterde door het dorpje, dronken wijn, ..... Toen we uitgenodigd werden om mee te BBQ met de eigenaars van ons Hostel en een paar vrienden konden we natuurlijk niet weigeren. Wat een goede keuze, het was waarschijnlijk één van de lekkerste BBQ uit ons leven. We besloten hier ook een astonomie-tour te doen. Hierbij ga je in de woestijn sterren observeren onder begeleiding van een astronoom. Wij dachten aan kleine verrekijkers, bleek daar een geheel arsenaal aan professionele telescopen te staan. Nog nooit hadden we zo goed naar de sterren kunnen kijken. Spijtig genoeg moesten we in San Pedro ook afscheid nemen van Beth en Martijn want zij moeten over 2 weken al terug naar België...
Wij daarentegen hebben nog een dikke maand en we reisden door naar La Serena, een stadje aan de Chileense kust. Onderweg zagen we een tankwagen volledig uitbranden na een accident. Hoe dit op een perfect rechte weg is kunnen gebeuren was ons een raadsel...Om te vieren dat wij nog langer van huis konden wegblijven dan Martijne en Beth besloten we een pintje te gaan drinken op het strand. Nog meer dorst kregen we toen we ontdekte dat we er Stella konden drinken op het strand met de ondergaande zon op de achtergrond. Na bijna 5 maanden voor Dieter en Hannes, en bijna 3 maanden voor Erik, smaakte de Stella ongelooflijk lekker en groeide de dorst naarmate we meer dronken...De dag erna namen we de bus richting Valparaiso. Ondanks de perfecte staat van de wegen ( zelfs België kan hier nog wat komen leren over de aanleg ervan) zaten we weer vast in de file door een ongeluk dat juist gebeurd was. Deze keer was er een vrachtwagen gekanteld op onze rijstrook. Uiteindelijk geraakte we toch in Valparaiso en daar zitten we nog steeds.....
Groeten vanuit Z-Amerika,
Dieter, Erik en Hannes
Foto´s: http://picasaweb.google.be/hadeumen/Bolivie?feat=directlink
Bij video´s kan je een filmpje zien van de Erik bij het Parapente.
Waar en wesp is zijn wij...
Deze keer volgt het nieuwe verhaal iets sneller dan de vorige keer maar we hebben dan ook heel veel avonturen meegemaakt...Ons vorige verhaal eindigde in Puno aan het Titicacameer en hier pikken we de draad dus terug op.
Puno zelf is niet bepaald een mooie stad dus besloten we al snel een tweedaagse tour te doen langs sommige van de eilanden in het Titicacameer. Spijtitg genoeg was Erik de ochtend van vertrek niet volledig in orde en moesten Dieter en Hannes de trip alleen maken. De eerste halte op deze tour waren de drijvende eilanden van Uros. Dit zijn eilanden gemaakt van riet door de Urus bevolking en deze wonen nog steeds in hutjes op de eilanden. Na een geschiedenisles over het ontstaan van de eilanden mochten we op één ervan vrij rondlopen. Onmiddelijk kwam er een oud vrouwtje naar Dieter en Hannes om hen fier de hut te tonen waar zij in woonde. Dit was gewoon een rieten hutje met een bed en een tafeltje, maar wat misschien nog het meeste opviel was de handdoek met de afbeelding met een naakte vrouw die er fier omhoog was gehangen. Een ongelooflijk grappig zicht als je met een oud vrouwtje in haar rieten slaap/woonkamer staat. Na nog wat rond te lopen op het eiland en verbaast te zijn over de levensstijl en de cultuur gingen we verder naar het volgende eiland. Bij ons afscheid begonnen de Uros-vrouwen ' vamos a la playa' te zingen en met hun rokken te zwaaien en toen ze eindigde met ' Hasta la vista, Baby' lagen Dieter en Hannes bijna in het water van het lachen. Het volgende eiland bereikte we met de typische rieten boot van de Urus en van hieruit ging het verder met onze gewone boot naar het eiland waar we zouden overnachten: Amantani. Hier werden we opgewacht door vrouwen in traditionele kledij die onze gastvrouwen zouden worden. Iedereen werd ondergebracht bij een plaatselijk gezin. Al snel werd duidelijk dat Dieter en Hannes de tofste gastvrouw hadden: onze Gladys. Niet alleen was het de sympathiekste, ze was ook de knapste en ze kon daarbonvenop niet stoppen met glimlachen. Na de lunch met ons gastgezin stond er een wandeling op het programma naar de 2 toppen die het eiland rijk is: Pachatata (Father Earth) en Pachamama (Mother Earth). Op beide toppen staan de ruïnes van oude tempels. Het uitzicht was fenomenaal. Je zag het meer, ander eilanden en in de verte besneeuwde bergtoppen. Daarbij kwam er ook nog eens een prachtige zonsondergang. Na nog eventjes met ons twee achter te blijven en te genieten van de laatste zichten voor de zon helemaal onder was keerden we terug naar ons dorp. Hier aangekomen troffen we onze gidse ( Manita) aan in de plaatselijke bar en natuurlijk konden we niet anders dan samen een pint te pakken. Al snel begon Manita haar hele levensverhaal te vertellen, haar moeilijke liefdesleven, de problemen met haar vader toen ze jong was, een vriend van haar die ziek was, .....Genoeg verhalen en plotwendingen om een nieuw seizoen van 'Days of Our Life´s' vol te schrijven...Hierna gingen we dineren bij ons gastgezin en dan volgde het hoogtepunt van de avond: volksdansen. Dieter en Hannes kregen een poncho aangetrokken en werden direct door Manita en Gladys de dansvloer opgetrokken. Wat een grappig zicht! Telkens als we naar elkaar keken schoten we in de lach, maar natuurtalenten als we zijn werden we wel bij elke dans opnieuw als eerste ten dans gevraagd. Aangezien dansen op die hoogte een zeer vermoeiende bezigheid is hielden we er na twee uurtjes mee op en kropen we voldaan ons bedje in. De volgende dag namen we afscheid van Gladys en vaarden we door naar Taquile. Spijig genoeg was het een regenachtige dag en hierdoor was de wandeling op dit eiland niet zo spectaculair. Na delunch vaarde we terug naar Puno waar Erik ons gezond en wel opwachte.
De dag erna trokken we verder richting La Paz, Bolivië. Onderweg genoten we van de uitzichten over het titicameer en na een tussenstop in Copacabana arriveerde we in la Paz. De gehele rit zaten we vol spanning te denken aan Anderlecht-Bilbao. Doordat we geen ontvangst hadden werden vooral Erik en Hannes redelijk zot van de zenuwen en toen we ook nog is ontdekte dat er West-Vlamingen op de bus zaten werd het hen teveel. De spanning groeide en de zin ' Ik haat West-Vlamingen' werd uitgesproken. Natuurlijk niet gemeend, maar de voetbal kan al nekeer iets zot met ne mens doen. Het kon natuurlijk niet anders of de West-Vlamingen hadden dit gehoord en zo leerden we onze nieuwe vrienden kennen: Martijn en Beth. In La Paz besloten we samen een Hostel te zoeken en zo belande we in de LOKI-hostel ( jep, ook in Zuid-Amerika kennen ze de Loki). Toen we hoorde dat Anderlecht een fantastishe overwinning had geboekt konden we niet anders dan een aantal pintjes te drinken in de Loki. Natuurlijk was elke toost die we uitbrachte één op het door ons zeer geliefde RSCA.
De dagen hierna slenterde we wat rond in La Paz, ondekte we het Boliviaanse uitgaansleven, aten we stoempot bij een hollander en steak bij een antwerpenaar en boekte we onze volgende uitstap. We besloten om er samen met Martijn en Beth 7 dagen op uit te trekken. De eerste dag bestond uit het afrijden van de ' World´s most dangerous road' met de mountenbike. Wat een toffe ervaring! Alle drie genoten we met volle teugen van de adrenaline, de uitzichten, de snelheid, ....een echte aanrader. Wonder boven wonder geraakte we alle drie ook nog eens heelhuids beneden. Jaja, onze ervaringen bij de fietsclub en de bezoeken aan het veldrijden kwamen goed van pas op de natte en moderige weg. Hierna brachten we de nacht door in Coroico. We werden ondergebracht in een hostel met zwembad, sauna en een ongelooflijk mooi uitzicht. Het is ook de plaats waar we voor de eerste keer sinds lange tijd weer kennis maakte met een insect die heel irritante gevolgen kan hebben, beter gekend onder de naam 'mug'. S´ochtends vroeg werden we dan opgepikt door onze jeep met chauffeur die ons naar Rurrenabaque zou brengen. Al snel werd duidelijk dat onze chauffeur de Bolivaanse Dockx was: een nogal zware voet maar wel perfecte controle over de wagen ( en dit was op de modderige, smalle baan langs de ravijn meer dan nodig...). In plaats van de vooropgestelde 12u stonden we dan ook in Rurrenabaque na een rit van 8u30min. We kropen allemaal vroeg ons bedje in want de volgende dag vertrokken we al vroeg naar de Jungle.
De tocht naar de jungle gebeurde in een gemotoriseerde kano. Spijtig genoeg zorgde het regenseizoen voor veel water en dus een nogal sterke stroming. Aangezien wij stroomopwaarts moesten varen duurde de boottocht 5u ipv 3u, maar we geraakte wel veilig en wel aan onze bivak in de jungle. Deze bivak bestond uit 3 gebouwen: een slaapzaal, een eetzaal met keuken en wat wij de polivalente zaal noemde ( een lege zaal dus). Daarnaast was er een primitieve wc, maar geen stromend water en al helemaal geen electriciteit. Al snel leerde we ook de bewaker van de gebouwen kennen, één of andere zot die betaald werd om daar hlemaal alleen één jaar door te brengen ( ge moet er godverdomme al heel veel zin in hebben hé). Daarna vertrokken we op de eerste van vele junglewandelingen die nog zouden volgen. Onze gids wist echt wel heel veel van alle fauna en flora die er te vinden was en kon ons dan ook de werking van bijna elke plant vertellen ( de jungle is dus werkelijk één grote apotheek). Spijtig genoeg zorgen al die planten er ook voor dat je heel veel dieren hoorde maar ze zien is een heel ander verhaal. Gelukkig hebben we op de drie dagen jungle toch brul-apen, wilde varkens, en vooral heel veel insecten gezien ( alle soorten spinnen, sprinkhanen, kevers, vliegende insecten, ...). De ontmoeting met de insecten was niet altijd een plezier. Erik en Martijn kwamen op pijnlijke manier te weten dat gebeten worden door een wesp uit de jungle toch net iets pijnlijker is dan gebeten worden door een wesp van Belgische makelij ( het dansje dat Erik deed toen hij ontdekte dat hij in een wespennest stond was volgens Martijn onbetaalbaar). Ook Beth en een Poolse medereizigster liepen in een wespennest met alle gevolgen vandien. Gelukkig werden Dieter en Hannes op dat moment nog gespaard door de wespen. Maar de muggen, zonnevliegen en rode mieren namen iedereen te grazen. Buiten de insecten was ook de vochtige warmte niet altijd even aangenaam. Dag en nacht droop het zweet van onze lichamen. Daarom ook dat we op de grond lagen van het lachen toen Martijn de nat ( echt zompige) bezwete kousen van de gek aanraakte omdat hij dacht dat het de zijne waren. Zijn gezicht toen hij rook dat hij fout was was zoveel geld waard...
Op één van onze wandelingen door de Jungle ondekte we dat onze gids de Boliviaanse Bonas was. Hij had er niet beter op gevonden dan te schommelen aan een liniaal waardoor er een tak van wel 4 meter op nog geen half metertje van zijn hoofd naar beneden donderde, lekker impulsief zeg maar. Voor de rest is ook onze kok ( Thomas) uit de jungle zeker een vermelding waard. Hij had één gasvuur en één houdvuur maar het eten was echt ongelooflijk lekker. Op de boottocht terug stopte we nog aan een waterval voor een natuurlijke douche en zo geraakte we toch nog proper terug in Rurrenabaque.
Aangezien we de dag erna richting Pampas vertrokken gingen we het niet te laat maken, maar de plaatselijke musquito bar ( orginele naam hé) had ons in zijn macht. Zo werd het toch later dan gepland en hadden we toch net dat ietsje meer gedronken dan nodig was. De volgende dag stonden we echter op tijd op de plaats van afspraak en kon de reis naar de Pampas beginnen. Zoals we al gewend waren bestond de weg meer uit putten dan iets anders en toen er ook nog iets scheelde met de achterophanging van de jeep werd de rit een redelijk onaangename ervaring. Vooral Erik was de pineut van de dag. Zijn raam kon niet meer omhoog en in het regenzeisoen kan dat al eens ambetant zijn. Telkens we een plas doorreden langs de rechterkant vloog er een heel pak water en slijk op hem. Na een half uurtje leek het dan ook alsof hij enkel met zijn rechterkant in een zwembad was gevallen. Erik besloot zich bij de situatie neer te leggen maar de rest van ons kon toch niet anders dan een aantal keer hard in de lach te schieten toen we het vuile water in zin gezicht zagen vliegen. Uiteindelijk geraakte we aan het vertekpunt van de cano´s en konden we beginnen aan de boottocht van 3u richting onze slaapplaats. Tijdens deze boottocht zagen we direct massa´s vogels, schildpadden, rivierdolfijnen, aapjes, ...Dus we kwamen zeer tevreden aan in onze ecolodge in het midden van de Pampas. Hier woonde geen gek om de gebouwen te onderhouden maar wel een familie die om de tien dagen wordt afgewisseld en die ook het eten bereidden. Deze eerste avond sloten we af met naar de mooie zonsondergang te gaan kijken terwijl we van een pintje genoten ( in een bar genaamd 'the sunset bar', weer zeer orgineel hé).
De tweede dag gingen we in de voormiddag op anacondas jagen. Iedereen dus zijn botten aan en klaar om door het moeras/wetland te trekken. Spijtig genoeg ontdekte we al snel dat er nogal veel water stond waardoor het jagen niet echt succesvol ging worden.De gids besloot dan het plan te wijzigen en in de plaats gingen we wandelen in het plaatselijke stukje jungle. Aangezien wij juist drie dagen in de jungle hadden gezeten stonden we niet echt te popelen maar we hadden ook niet echt veel keuze. Onze goesting was pas volledig verdwenen toen Dieter en Hannes na 20min stappen in een wespennest terecht kwamen. Dieter liep voor Hannes en stond dus ineens midden in het nest. De paniekreactie was navenant. Toen we doorhadden dat het wespen waren begon iedereen te lopen, opgejaagt door Dieter. Hij wou zelfs zo ver en snel weglopen dat hij Beth door de struiken joeg en ze bijna ten val kwam. Nu, deze reactie is volledig te begrijpen als je weet dat Dieter er acht wespensteken aan heeft overgehouden. Hannes kwam er gelukkig met een steekje vanaf. Na deze ervaring wilden wij zo snel mogelijk terug naar de lodge om uit te rusten. En gelukkig konden we ook allemaal zeer snel de humor inzien van de situatie.
In de namiddag wouden we er natuurlijk wel weer met volle goesting tegenaan gaan. Op het programma stonden: met de dolfijnen zwemmen en piranha-vissen. Met de dolfijnen zwemmen was echt een fantastische ervaring. De dolfijnen beschermen de mensen tegen piranha´s, kaaimannen en andere gevaarlijke beesten waardoor het veilig is om in het water te komen. Die dolfijnen komen zo dicht bij, echt zalig ( en ook de verfrissing was meer dan welkom). Na het zwemmen gingen we dus op piranha´s vissen. Dieter en Hannes ontdekte al snel dat dit een heel stuk moeilijker was dan in Venezuela. De eerste die een vis ving was onze Koreaan ( of zoals wij hem noemde: de Jap). Een Koreaanse man van 44 jaar die ons ongelooflijk veel plezier heeft gebracht. Telkens hij een vis ving was hij zodanig in de wolken dat hij bijna hysterisch begon te roepen: ' very big, very big' en ' very happy, very Happy'. Dit terwijl hij geen vis gevangen heeft die groter was dan een goudvis. Erik daarentegen ontpopte zich tot een waar natuurtalent en ving de grootste vis van de groep. Na het vissen keken we voor de laatste keer naar de zonsondergang in de Pampas en toen was het tijd voor het avondmaal. Groot was onze verbazing toen we ondekte dat onze gids de vis van Erik had opgegeten ( en ja, Erik kon er echt nie mee lachen). Maar op is op natuurlijk...
Na het avondeten volgede nog een nachtelijke zoektocht naar aligators, en deze keer wel succesvol. We zagen een moeder alligator met haar kindjes. Echt een heel tof zicht zo in een nachtelijke rivier. Ook van de ongelooflijk mooie sterrenhemel was iedereen zwaar onder de indruk. Na deze nachtelijke boottocht ging iedereen moe en tevreden naar bed want de volgende ochtend vertrokken we al om 5u30 om volgels te spotten en de zon te zien opkomen. Ook dit was weer een prachtig schouwspel. Niet zozeer door de dieren, maar de zon zien opkomen over de pampas was echt heel mooi. Na het ontbijt besloten Erik en Hannes te genieten van de hangmatten en een goed boek terwijl Dieter nog een laatste keer opzoek ging naar wilde dieren. Hierna volgde het middageten en toen vertrokken we terug met de boot richting de jeep, een tocht van 2u. Aangekomen aan de jeep moesten wij met ons drieën en de gids op een tweede jeep wachten. Na een uur kwam deze er eindelijk door maar direct zagen we dat het terug de defecte jeep van de vorige keer was. Op dat moment hadden we al niet echt veel goesting meer in de rit en terecht: we hebben 5u gereden over een rit van 2 uurtjes. We dachten echt dat we zot gingen worden! Zeker omdat we wisten dat we de volgende dag terug heel de dag in een jeep zouden zitten. Eindelijk aangekomen in Rurrenabaque gingen we eten en dan direct ons bedje in want onze volgende rit wachte al vroeg in de ochtend op ons...
De dag erna kwam onze chauffeur ons ophalen om 4u30 s´morgens. Deze keer was het niet de plaatselijke Dockx maar wel het Boliviaanse Jerommeke. Hij zag er echt net uit als Jerommeke uit Suske en Wiske. De rit was toch wel een beproeving voor ons allemaal, na de dag ervoor al zolang in de auto te hebben gezeten. Gelukkig bracht Jerommeke ons regelmatig aan het lachen met zijn rare houden en dito gedrag. Toch waren we heel blij toen we terug in La Paz stonden. Spijtig genoeg was er geen plek meer in de Loki maar gelukkig vonden we snel een ander hostel waar we konden tot rust komen na de jungle-en pampasavonturen en waar we onze verdere reis kunnen plannen...
Vele groeten uit Bolivië,
Erik, Dieter en Hannes
De foto´s kunnen jullie bekijken op: http://picasaweb.google.be/hadeumen/EindePeruEnBeginBolivie?feat=directlink
We hebben ook filmpjes van ' The World´s most dangerous road' maar die uploaden is spijtig genoeg nog niet gelukt...hou de blog in het oog want binnekort zullen ze er op staan...
Una ( noche/Cerveza) más
Het heeft veel bloed zweet en tranen gekost maar hier volgt het vervolg van het vervolg van onze reis. Het lange wachten op dit relaas is niet enkel te wijten aan onze Zuid- Amerikaanse levenstijl, die we reeds met glans hebben overgenomen, maar ook omdat Erik ons vergezeld heeft. Hier komen we later nog op terug. Nu terug naar Chachapoyas waar ons laatste verhaal geëindigd is.
Nadat we Chachapoyas verlaten hadden reden we met een comfortabele autobus richting Trujillo. Hier aangekomen namen we direct een taxi richting Huanchaco. Een vrij tot zeer toeristisch kustdorpje vlak naast de archiologische site van Chan Chan waar surfen een hype is. Nog beter: er blijkt hier een surfwedstrijd te zijn, wat het er niet gemakkelijker op maakt om een slaapplaats te vinden. Na wat rondvragen en zoeken nemen we onze intrek in Hostal Swiss. Een hostel volgepakt met Brasiliaanse surferboys ( Isa: fangos waren het maak ik denk dat je er wel van genoten zou hebben). Na wat kennismakingen begeven we ons richting strand en genieten we met enkele Cervesas van de ondergaande zon. Schitterend om na zo n hele tijd weer eens de echt toerist uit te hangen en dit voor enkele dagen. Sun, beach en Cervesaz, het was een beetje de hemel op aarde. Maar aan elk sprookje komt een einde en na drie dagen moeten we ons richting Lima begeven. Met een plaatsje in de bus in eerste klasse ( jaja zolas in het vliegtuig met een stewardess, een hapje en een tapje) rijden we richting Lima.
We hadden reeds onze voorzorgen genomen en hadden gereserveerd bij een belg die een klein gezellig hostelletje runt genaamd 'safe in Lima'. Dit tof hostelletjes is ergens in een buitenwijk van Lima gelegen. We konden Rico toch niet ontvangen in een duister hostelletje waar je niet weet of je een kamer per uur moet betalen of per dag. Dus speelde we op veilig en gingen we voor deze secure oplossing. Trouwens, wie had ooit gedacht dat we na 3 maand nog zo een goede planning in elkaar konden steken om ergens op tijd te geraken. Wij niet allesinds.
Maar hoe gepland wij ook kunnen waren, jullie belgisch weer houdt hier geen rekening mee. Ingedachte dat onze vriend Rico zou landen om 18u plaatselijke tijd hadden we reeds een strakke planning in ons hoofd, maar blijkbaar had de sneeuw in België beslist dat Rico zijn vlucht van Madrid naar Lima niet mocht halen. Gelukkig is Rico een vakkundige reiziger en kon hij na een omzwerving via Caracas ( zo heeft hij ook eens gezien waar wij 3 maanden geleden begonnen zijn) toch om 23 uur landen in Lima. Dit natuurlijk zonder rugzak. Maar deze vertraging maakte hij ruimschoots goed door de aankomsthal in te stappen met een vrouw aan zijn zijde waarmee hij dan ook spontaan gsm-nummers uitwisselde. Een bezoek aan Lima centrum en een dagjelater komt zijn rugzak uiteindelijk aan kunnen we onze reis verder zetten. Dat we 3 dagen langr in Lima bleven dan gepland had echter niet enkel te maken met Erik´s bagage. Ook de festiviteiten rond zijn aankomst zorgde ervoor dat we telkens te laat uit ons bed waren om verder te trekken...
Een kleine anekdote: Rico was nog geen 2 dagen aangekomen of we (Dieter meer dan Hannes) konden al door de grond zakken van schaamte. Nadat we besloten hadden een filmpje mee te pikken begaven we ons naar de shopping waar de cinemazaal zich bevond. Op een gegeven moment ziet Dieter Hannes en Rico de verkeerde richting uitstappen. Hij wilt hun corrigeren en roep zeer luid RICCCCCCCCCOOOOOOOOOOOOOOOOO... waardoor ongeveer 50 mensen hun hoofd draaien en richting hem kijken. Nu we wisten dit al op voorhand maar op een onbewaakt moment ontglippen je soms dingen. En aangezien Rico in het Spaans heerlijk, lekker, onweerstaanbaar, rijk en nog veel van die mooie woorden betekend kan je al vlug begrijpen waarom er vanaf dat moment nog weinig over Rico wordt gesproken maar nog enkel zijn echte naam gebruikt wordt: ERIK. Wij doen dit reeds in deze tekst en zouden het appreciëren als ook jullie dit vanaf nu doen, zo kunnen we zijn twee voetjes toch een beetje op de grond houden...
De volgende halte op onze reis was Huacachina, een oase in de Peruviaanse woestijn. Huacachina ziet er echt uit zoals je je een oase voorsteld. Een meer met palmbomen omringd door hoge zandduinen. De hoofdactiviteit hier is sandboarden en aangezien het ook bij jullie het seizoen van de skiereizen was konden we dit natuurlijk niet aan ons laten voorbijgaan. Zoals jullie ons ondertussen wel al kennen hadden we er niks beter op gevonden dan om om 14u een bord te huren en de zandduin omhoog te klauteren. Nu, 14u s´middags + blakkende zon + woestijn gaf als uitkomst afzien en liters vochtverlies...Toen we uitijndelijk toch boven waren geraakt bleek het sandboarden niet helemaal wat we ervan hadden verwacht. Al rechtstaand kon je niet echt veel snelheid maken laat staan je bord controleren. Toch besloten Hannes en Dieter om s´ avonds mee te gaan met een buggy om verder in de woestijn nog van wat heuvels te glijden. De rit met de buggy zelf was al redelijk spectaculair en na een paar kleine heuvels kwamen we tegen het einde aan de echte grote heuvels. We hadden al geleerd dat als je op je bord gaat liggen je ongelooflijk veel snelheid kan halen en op de laatste en hoogste heuvel van de dag gingen we er dan ook volledig voor. Amai, nooit gedacht dat je zo snel een zandheuvel af kon geraken...
Na Huacachina volgde Nazca. Dit dorp is vooral ( of beter gezegd enkel) bekend om de nazcalijnen. Dit zijn tekeningen in het zand die tussen de 200 á 600 na Christus zijn vervaardigd. De beste manier om de lijnen te zien is om er met een vliegtuigje over te vliegen. Spijtig genoeg waren was er een zandstorm waardoor dit plan niet kon doorgaan. Gelukkig is er ook een uitkijktoren waarvan je twee tekingen kan zien. Dus trotseerde we de zandstorm en gingen we de woestijn in richting de uitkijktoren. Ondanks het zand dat overal kroop hebben we dus toch 2 tekeningen kunnen zien. Aangezien Nazca voor de rest niet veel te bieden heeft trokken we verder richting arequipa met de nachtbus.
S´ochends aangekomen in Arequipa vlogen we er onmiddelijk in. We bezochten de kathedraal, gingen naar het archeologisch museum waar het beroemde ijsmeisje Juanita ligt en bezochten het werelberoemde klooster van Arequipa. Dit laatste is eigenlijk een kleine stad in de stad, waarvan de straten in ongelooflijk mooie kleuren geschilderd zijn. Hier kon Dieter zijn passie voor fotografie de vrije loop laten. Na deze culturele uitstappen besloten we nog eens een trekking te gaan doen. Om de prijs te drukken spraken we met twee Duitse maisjes af om samen naar een reisbureau te gaan en zo een zo goed mogelijke prijs te bekomen. We besloten een 2 daagse trekking te doen in de Diepste vallei van de wereld: de Colca vallei. De volgende ochtend werden we om 03u opgepikt aan ons Hostel. De eerste stop die we deden was aan een uitkijkpunt waar we Condors konden zien vliegen. Daarna reden we verder naar het beginpunt van onze wandeling. De eerste dag stapten we de vallei naar beneden richting onze slaapplaats in Oasis. Tijdens de wandelingen had je een prachtige uitzicht over de vallei. Zo een hele dag omlaag stappen is toch wel belastend voor de knieën dus we waren alle drie heel blij toen we aankwamen aan onze slaapplaats en ondekte dat we een zwembad hadden. Voor de rest was onze slaapplaats basic. Buiten het zwembad bestond het hostel uit een aantal houten hutjes met modderren vloeren en een primitieve eetzaal. Na een duik in het zwembad en het avondeten kropen we vroeg in ons bed want de dag erna moesten we reeds om 5u klaarstaan. Dag twee bestond uit terug omhoog wandelen om uit de vallei te geraken. Dit betekende 9km slijl omhoog stappen. Dieter vertrok als een peil uit een boog en deed de hele klim in 1u40min waarmee hij als derde boven kwam. Hannes bleef bij Erik om hem te steunen tijdens zijn eerste trektocht omhoog. En ook al koste het bloed, zweed en bijna tranen ook zij geraakte na 4u heelhuids boven. De trektoch was wel echt de moeite geweest en de uitzichten waren prachtig. Na deze toch wel mooie fysieke prestatie gingen we richting warmwater thermen om ons te verwennen in de echt wel hete! baden.
De volgende halte op de reis was Cusco. De meeste reizigers bezoeken hier Muchu Pichu maar door de overstromingen behoorde dit niet tot de mogelijkheden. Gelukkig is er nog veel anders te zien in en rond Cuzco. De eerste dag bezochten we verschilldende museums ( moderne kunst, cultuur, geschiedenis...). Dag twee huurden we een taxi voor de volledige dag om de Inca-sites in de omstreken te bezoeken. We bezochten drie sites en een zoutmijn en die waren allemaal ongelooflijk indrukkwekkend. Meer en meer kwam dan ook het besef dat we toch nog eens zullen moeten terugkomen om Machu Pichu te bezoeken want de combinatie van ruines en de ligging ervan moet echt ongelooflijk zijn. Nuja, elke dag vinden we wel een nieuwe reden waarom we nog terug naar Zuid-Amerika gaan moeten komen. Na een avond vol Inca ruines en cultuur begaven we ons naar de plaatselijke cocktailbar in Cuzco. Wat begon als ' we gaan er maar ééne drinken' eindigde veel later dan gepland J Dit avondje uit had echter het spijtige gevolg dat we één van Dieter´s stapschoenen waren kwijtgeraakt. Vraag ons nie hoe of wat maar Dieter´s rechter stapschoen is verdwenen. Na de hele stad te hebben afgezocht, veel gevloekt te hebben en met heel veel vraagtekens over wat er allemaal gebeurd was die nacht kwamen we tot het besef dat Dieter nieuwe schoenen moest kopen. Nadat Dieter terug schoeisel had konden we de reis verder zetten en deze bracht ons naar Puno. Spijtig genoeg is ons geluk met de kwaliteit van de bussen verdwenen sinds Erik erbij is gekomen en ook nu weer hadden we het vlaggen. De rugleuning van Erik en Hannes kon niet recht blijven staan waardoor hun buikspieren een goede training kregen, de verwarimg/airco deed rare dingen, het raam naast Dieter kon niet toe en de busbegeleider was een echt boerke. Maar we geraakte wel veilig in Puno.
Puno ligt aan het welbekende Titicacameer, het meer hoogste meer van de wereld dat gelegen is tussen Peru en Bolivië. De stad zelfs is lelijk en vuil en er valt ook helemaal niet zoveel te beleven. Maar de uitstappen naar de eilanden van het meer blijken echt de moeite dus dar gaan we ons de komende dagen mee bezig houden voordat we verder reizen naar Bolivië.
Heel veel groeten ( Voor de eerste keer van ons drie) ,
Dieter, Erik en Hannes
PS: aangezien onze fotoruimte hier op is kan je de foto´s bij dit verhaal bekijken op http://picasaweb.google.be/hadeumen/ZuidAmerika?feat=directlink
Toen waren ze ( eventjes) nog maar met twee....
Met Isa in ons achterhoofd zetten we onze tocht door Zuid Amerika en dan meer bepaald Ecuador verder. Het is wel een beetje raar als je 1 maand met 3 hebt opgetrokken en er in eens 1 terug naar huis keert, we hebben nog gezocht naar vervangi ng maar deze konden we niet onmiddellijk vinden.
Dus na een rustdag in Latacunga(vanwaar uit we de cotopaxi beklommen) gingen we een nieuwe uitdaging aan, genaamd de Quilotoa loop. Na wat rond vragen wisten we eindelijk wat dit inhoud: het is een trekking in de buurt van een kratermeer die je in een 3-tal dagen zou stappen en uiteindelijk zou je aan het meer belanden. De volgende dag staan we gepakt en gezakt klaar om te vertrekken en springen we op de bus richting Isinlivi, niet wetende wat ons te wachten staat. De bus die ons naar daar brengt is er een uit de Eerste Wereldoorlog en op de koop toe is de school juist uit. Diy heeft als gevolg dat de bus dus ook vol gestouwd wordt met ,jawel, schoolkinderen. Na een rit van 3 uur over berg en dal komen we aan in dit god vergeten boerengat. Ok, het heeft een hostel, een kerk en een marktplein maar in totaal staan er 15 Huizen, de hiervoor opgesommde meegerekend. Gelukkig werden we warm onthaald in het hostel, waar we de enige gasten van de week waren. Na een ongelooflijk lekker avondmaal ging de eigenaares naar huis en leek het alsof we een privé-villa hadden, waar we dan ook ten volste van de rust hebben genoten. `s Morgens wrijven we onze oogjes uit, nemen een stevig ontbijt en voor we het weten zijn we vertrokken voor een prachtige staptocht van 5 uur door de vallei. Zoals we reeds gewoon zijn verloopt dit alles vlot. Tot we aankomen in Chugchilan. Vanaf daar beslissen de weergoden ons in de steek te laten en valt de regen met bakken uit de lucht. Na een kort overleg ( aangezien het meer en de volledige krater in de wolken liggen en het maar niet stopt met regenen) besluiten we een bus terug naar Latacunga te nemen en vandaaruit verder te reizen naar de kust. De busreis naar Latacunga was een schouwspel, en deze keer meer door wat er in de bus gebeurde dan door de uitzichten. Ondanks het feit dat de weg deze keer wel een laag(je) asfalt had werden door het stevige bochtenwerk nogal wat mensen wagenziek. Het hulpje van de chauffeur was dus fulltime bezig met het uitdelen van zakjes en ook menig raam ging open zodat de mensen hun hoofd konden buitenhangen ( en indien nodig hun maag ledigen...).
Een avondbus, een nachtbus, een ochtendbus en een taxi verder staan we zo`n 600km verder aan de Pacific-Coast in het visserdorpje Puerto Lopez. Beter bekend voor de jaarlijkse doortocht van walvissen maar dan wel in de maanden augustus en september. Het is een prachtige baai met allemaal vissersloepjes. We nestelen ons in Hostel Del Sol en gaan onmiddellijk een pintje drinken onder de palmbomen op het strand. Een mooie zonsondergang en menige pintjes ( jaja, ook hier pasen we het principe van de leste toe) verder is het toch tijd voor een welverdiende nachtrust. Toch zit het ons niet mee. Zoals vele onder jullie niet weten regend het hier ook wel vaker. En ja, de regen heeft ons weer gevonden. Niet dat we er moedeloos van worden maar toch besluiten we om na een dag vol regen bij een tropische temperatuur en sprinkhanen zo groot als je duim (zo waren er echt miljoenen) dit vissersdorpje te verlaten en terug te keren naar het binnenland. Van daar zouden we dan de Pan Americana (een weg van Ecuador tot in Chili) verder naar beneden af reizen.
Na jawel, een dagbus, een avondbus en een taxi waren we 700 km verder aanbeland in het treinstadje Riobambamba. Een niet echt schitterend stadje. Maar met de vulkanen Chimborazo, Tugurahua(deze vulkaan is terug actief sinds 1999 en had een kleine uitbarsting voor we aankwamen waardoor zowel wij als de Chimborazo lekkere roet konden proeven van deze mevrouw) en El Altar in de buurt is het wel heel mooi gelegen. Bon soit, we waren naar hier gekomen om de wereldbekende treinrit langs Devil`s Nose te ondernemen. Uiteindelijk blijkt deze trein reeds helemaal volgeboekt te zijn en is de enige oplossing dat we naar Alausi reizen en vandaaruit een soort 'railbus' (jaja een bus op een treinspoor) nemen en zo deze rit doen. Een nacht, een dag en nog een nacht verder zitten we op de 'railbus' in het station van Alausi te wachten om te vertrekken naar Devil s Nose. Nadat we het station verlaten hebben staat er ons een stijle afdaling met prachtige uitzichten te wachten, een stop in het midden van dit parcour en dezelfde weg terug naar boven. Een echt voorbeeld van wat goede ingenieurs en nog betere arbeiders kunnen berieken. Een unieke ervaring, in een prachtig landschap. Geen wonder dat we er beiden met volle teigen van genoten.
Na deze rit stappen we naar de bushalte om de bus naar Cuenca te nemen, onze volgende bestemming. Cuenca is 'the place to be' op een zaterdagavond. Een ganse straat vol met bars, disco´s en karoakes, opgesmukt met daartussen enkele shawarma etablissemeneten. We waren reeds van nieuwjaar niet meer uitgeweest en werden daarboven nog eens uitgenodigd door 2 hollandse jonkvrouwen. Ons geluk kon niet op, was het niet dat Dieter zijn maag en darm flora geen zin hadden om mee te werken... Noodgedwongen bleven we met ons 2 naar enkele family guys kijken in het Hostel. De volgende dag ging alles al wat beter en hadden we de tijd om Cuenca, een stadje met, wat dacht je ook anders, een koloniaal verleden te bezoeken. Aangezien we hier toch nog een dag overhadden en we de laatste tijd onze benen niet genoeg gebruikt hadden besloten we dan nog maar eens een bezoek te brengen aan een nationaal park ( namelijk dit van Cajas). Een reservaat gelegen op zo`n 4000m met 230 meren verspreid over het hele gebied. Na een busrit van 1 uur staan we ons in te schrijven bij de parkwachters en staan we te poppelen om te vertrekken op onze goed aangeduide tocht. Omdat we al snel doorhebben dat de wandeling ,waar je normaal 5u over doet, helemaal niet zo lang is besluiten we er een eigen wending aan te geven en op dese manier de km toch wat op te drijven. Het natuurpark is werkelijk prachtig. Al die meren, bergen, vegetatie en sporadische lama´s zorgen voor ongelooflijk mooie uitzichten.
Na Cuenca stond Vilcabamba op het programma, het meest zuidelijke dorpje van Ecuador dat we zouden bezoeken. Vilcabamba heeft als bijnaam: vallei van het leven. Dit komt doordat het één van de weinige plaatsen op aarde is waar zoveel mensen ouder dan 100 jaar worden. Het is dan ook een aantrekkingspool geweest voor vooral Amerikanen die er zijn komen wonen. Het Hostel waar we belande was ongelooflijk luxueus. We hadden er een zwembad, jacuzzi, sauna, Turk Stoombad,...en dat alles voor minder dan € 5. Van dit alles moesten we dan ook uitgebreid genieten. We sliepen in een dorm en al snel bleek dat de enige andere gaste daar een Nederlands meisje was. De tweede dag besloten we de mooiste wandeling in de vallei te ondernemen, en vriendelijk zoals we zijn namen we ook onze Nederlandse vriendin mee. De wandeling neemt je mee naar de top van de omringende berg vanwaar je één uur over de kam van de berg loopt met prachtige uitzichten langs beide kanten. Hoeveel uitzichten je ook ziet in Z-Amerika, beu geraak je ze nooit. Na de wandeling gingen we nagenieten in het Turks Stoombad en namen een plons in het zwembad om daarna wat pintjes te drinken. De volgende dag besloot Dieter onze nieuwe Nederlandse vriendin te vergezellen op zijn derde tocht met een paard terwijl Hannes het dorp bezocht en vooral genoot van de luxe die het Hostel te bieden had. Wat kan het leven van een reiziger toch mooi zijn...
Na Vilcabamba begaven we ons naar de grens met Peru. Omdat we in Peru Kuelap wouden bezoeken leek het ons het beste dit niet te doen via de meest genomen gresnovergang. In de plaats daarvan namen we om 6u30 s´ochtends de bus richting een klein dorpje op 10km van de grens,Zumba genaamd. De busrit hiernaartoe was over modderige wegen met diepe afgronden en de busschauffeur moest meerdere malen herbeginnen wanneer hij ergens dreigde vast te lopen. Eenmaal aangekomen om 12u moesten we tot 14u30 wachten om een ranchera ( een camion met houten banken die open is langs beide zeiden) te nemen richting de grenspost. De busrit met de ranchera was een volledig nieuwe ervaring die vooral ons achterwerk zich nog lang zal herinneren. Aan de grenspost,La Balsa, was meteen duidelijk dat wij de enige touristen waren die ze die dag zouden zien. Na een exit-stempel in Ecuador ging het te voet de brug over richting Peru. Hier moesten we bij immigratie en de politie langsgaan ( die beiden zeer vriendelijk waren) en na geld te wisselen konden we een taxi nemen naar de stad. Van hieruit ging de reis verder naar Jaen waar we de nacht zouden doorbrengen. Hetgeen ons het meeste opviel aan Jaen waren alle mototaxi´s ( met drie wielen zoals je ze vooral in Azië zou verwachten) die er rondreden. Dus wij met de mototaxi naar het Hotel waarna we, uitgehongerd als we waren, opzoek gingen naar eten. De dag erna namen we de taxi naar Chachapoyas vanwaar we Kuelap zouden bezoeken. Aangezien de taxis hier eigenlijk als bus worden ingezet is het niet verwonderlijk dat je in een gewone wagen uiteindelijk met 8 man beland...comfortabel is anders...
En zo komen we bij vandaag, de dag van ons bezoek aan Kuelap. Dit is de belangrijkste pré-inca archeologische site in Zuid-Amerika. Na een busrit van 3u en een wandelingetje van een kwartier kwamen we aan op de site, die bovenop een berg ligt. Het uitzicht alleen is dus al meer dan de moeite waard. Onze gids, die ons deed denken aan Fez van 'That 70´s show', legde alles goed uit waardoor we nu dus expers zijn in de beschaving der Chachapoyas. Van grootte valt de site wat tegen, maar de geschiedenis en het feit dat ze nog zo onbekend is zorgt ervoor dat het wel echt de moeite is om ze te bezoeken.
Voila, daarmee weten jullie weer wat wij de laatste dagen gedaan hebben. Vananf nu begint onze tocht richting Lima waar we Erik met open armen zullen ontvangen.
Groetjes,
Diet en Hannes
PS: Issa, we zijn de Zwitser terug tegengekomen ( remember Cocora) en deze keer hebben we een volledige avond met hem en zijn vriendin doorgebracht. Blijkt dat hij boer is en al voor de derde keer door Ecuador reisde...
Beklimming Cotopaxi
Hij zat al een tijdje in ons hoofd, de hoogste active vulkaan ter wereld, maar dat we hem werkelijk gingen beklimmen stond pas vast een dag voor we er aan zouden beginnen. De Cotopaxi, letterlijk vertaald ´de vuurspuwer` is een vulkaan van 5897m en ligt in het centrum van Ecuador. Het is niet de moeilijkste beklimming maar de hoogte maakt het allemaal dat ietsje moeilijker.
Na dat we bij een tour agenschap al onze voorbereidingen getroffen hadden vertrokken we op 5 januari 2010 richting deze befaamde berg. Geen haar op ons hoofd dat er aan twijfelde dat we de top zouden halen. Waarom ook? We zijn 2 gasten in de fleuren van ons leven, hebben reeds enkele wandeltochten gedaan die niet voor doetjes zijn en we hebben een gids bij die ons niet kan vertellen hoeveel keer hij al op de top van deze vulkaan stond.
We worden afgezet met de jeep op 4500m hoogte en na een wandeling van 30 minuten komen we met al ons materiaal aan in de berghut van waar alles zou beginnen ( 4800m hoogte). Pablo, onze gids van 25, duikt onmiddellijk de keuken in en maak ons een stevig middagmaal. Hij blijkt niet alleen een ervaren gids maar ook een keukenprinses en wij lijken 2 koningen op hoogte stage.
Op naar de sneeuw vlakte, aangezien wij bitter weinig ervaring hebben met stijgijzers gaan we toch nog even oefenen met deze dingen aan onze voeten. No problema amigos, we blijken natuurtalenten te zijn. Voor de geìnteresserden: ons materiaal bestaat uit bergschoenen met stijgijzers, thermische broek en gortex-broek , scheenverwarmers, twee fleezen en een gortex-jas, dikke muts, binnen wanten en gortex-wanten, pillamp, klimgordel en een pikkel ( soort houweel). Als je dat allemaal aan hebt voel je je best professioneel. Een avondmaaltijd verder kruipen we om 7 uur onze nest in en kunnen we, waarschijnlijk door de zenuwen, geen oog dicht doen. Of komt het door de hoogte? Het zal ons een worst wezen we moeten er toch uit om 11u30.
De beklimmimg zelf:
Het geeft ons wel een raar gevoel zo om 11u30 `s nacht opstaan. We trekken onze gehuurde warme kleren aan en bij elk kledingstuk meer voelenl we de spanning toenemen. Om middernacht staan we buiten maar onze gids is nog nergens te bespeuren. Dieter maakt dan maar van de gelegenheid gebruik om een sigaretje te roken. Na eenkop thee en een stukje chocolade staan we een half uur later buiten aan de berghut klaar om de berg te beklimmen. Het gevoel dat we toen hadden is moeilijk te beschrijven. We hebben er veel zin in maar zijn ook benieuwd naar wat er ons te wachten staat... Na een aanloop van zo`n 40 minuten komen we aan aan de gletsjer(who the fuck dacht er nu dat een vulkaan een gletsjer kon hebben en btw dan nog een active vulkaan????) Stijgijzers aan, touwen rond je middel en beginnen klimmen. Het gaf me een gelukzalig gevoel. Je ziet onder en boven je nog lichtjes van hoofdpillampen van andere klimmers maar je voelt je zo een met de duisternis en de berg, je gaat gestaagt omhoog en consentreert je op je passen. We denken bij onszelf elke pas die we zetten een pas dichter bij ons doel is. Na een tijdje klimmen worden we omringd door wolken en steekt er een wind op. Je ziet geen steek omheen je. Alles is wit maar we blijven doorgaan. Hoe hoger we gaan hoe harder het begint te waaien en we voelen ons af en toe uit ons evenwicht gebracht worden. En aangezien de wind de sneeuw opblaast snijd de kou, ondekanks de warme kledij. Dit is het moment waarop er toch af en toe twijfel opsteekt. Is dit niet te hoog gegrepen? Is dit wel de moeite? We wisten dat dit een fysieke slag ging worden maar dat het een mentale strijd ging worden werd ons nu pas duidelijk. Na een rustpauze ( jaja, de volle 3 min pauze) en wat bedenktijd zetten we ons erover en hervatten de weg naar boven. Hoe hoger je klimt hoe meer dat je de vermoeidheid voelt opkomen, als je in de richting van de wind stapt wordt je adem precies afgesneden en de hoogte begint ook een beetje met je hoofd te spelen. We proberen ons op elke stap te concentreren en proberen niet naar boven te kijken, want als er geen wolken zijn lijkt de top nog uren weg te zijn. Na een tocht van 5uur door wind, sneeuw, wolken en nog meer wind bereiken we de top. Het geeft een vreemd gevoel voor het eerst een top van betekenis te bereiken. We voelden euforie maar tegelijk spookte de woorden van Wilco Vanrooije door ons ( vooral Dieter´s) hoofd:`je hebt je doel bereik maar je doel is pas voltooid als je terug in beneden bent. Op de top stond een wind van jewelste en aangezien we er maar 5 ipv 6 à 8 uur over gedaan hadden was het nog donker. Het was dus geen plezier om daar te blijven. Dus na 5minuutjes op de top vetrekken we terug naar beneden. Geconstentreerd op elke pas gaan we rustig naar ons einddoel. Onderweg komen we nog enkele touwgroepen tegen die naar boven aan het klimmen zijn maar van de vele lichtjes die we in het begin naar boven zagen gaan zijn er nog maar weinig die ons kruisen (achteraf blijkt dat er meer dan de helft omgekeerd is en dat wij als de eerste boven stonden). Bij het afdalen kunnen we nog genieten van prachtige uitzichten en vinden we enkele keren de moed om Dieters fototoestel boven te halen. Je kan je niet voorstellen hoe vermoeiend het is om dat ding boven te halen. Na een afdaling van 2 uur komen we eindelijk aan in de berghut en zijn we veilig en wel terug op de vaste grond.
Vooral voor Dieter was dit steeds een droom geweest. Hij heeft al zoveel gelezen over bergen, zoveel gedroomd erover. Hij kan alles over bergbeklimmen vertellen ( en heeft dit meedere malen tegenover Hannes bewezen dezen reis) maar dit enkel uit de boekskes. Het zelf ervaren is nog iets anders. Het is zo intens, je voelt je fysiek zo verslijten, je voelt je benen verzuren, je voelt je ademhaling versnellen en je zit naar adem te snaken, maar wat ons het meeste zal bijblijven is de mentale veldslag. We zijn onszelf enkele keren tegen gekomen maar hebben ons steeds kunnen herpakken en als je dan beneden aan de voet van die gigantische berg staat kijk je met respect maar ook met een voldoening terug naar dat wezen.
Groetjes,
Diet en Hannes
Oud en nieuw....
Voor we beginnen aan ons laatste verslag over Colombia willen we jullie allemaal een late prettige kerst en een gelukkig nieuwjaar toewensen, dat al jullie wensen mogen uitkomen...
Na de rustdag in Manizales was het tijd om in actie te schieten, we gingen de Nevados Del Ruiz opgaan. Dit is een vulkaan van 5325m dus we waren goed voorbereid en hadden al onze warme kleren aan. Spijtig genoeg is de vulkaan nogal toeristisch geworden. Dit werd direct duidelijk als we de andere mensen van onze groep zagen die eerder gekleed waren om aan het zwembad te gaan liggen dan naar de eeuwige sneeuw te gaan. De vulkaan beklimmem is dan ook niet echt klimmen. Je wordt met een bus afgezet op 4800m en dan stap je naar de vlagmast ( 500m) op 4930m. Een echte uitdaging was dit dus zeker niet maar daarmee zijn we wel hoger geweest dan de Mont Blanc. Op de weg terug stopten we aan thermale baden. Dat was echt genieten!
De volgende halte op onze reis was Salento. Een klein dorpje waar Dieter direct verliefd op werd en begon te plannen welke zaak hij daar kon openen. We besloten dat een goede broodjeszaak een goudmijn zou zijn, dus als Dieter niet meer terug komt weten jullie hem te vinden. Ondanks een reservatie was er geen plaats meer in het door ons gekozen hostel. Ze stuurden ons dan ook voor één nacht door naar een ander hostel waar we in een omgebouwde garage terechtkwamen. Het belangrijkste aantrekkingspunt van Salento is de Cocora Vallei ( volgens velen de mooiste vallei in Colombia, en volgens de Colombianen de mooiste vallei ter wereld). Hier kan je een ongelooflijke prachtige wandeling maken. De uitzichten zijn echt fenomenaal, en worden nog mooier door de aanwezigheid van de nationale boom ( een hoge palmboom). We waren dan ook alle drie zwaar onder de indruk van de pracht van deze vallei. De dag erna hebben we een koffieplantage bezocht. Onze gids was de eigenaar van ons Hostal en babbelde nogal graag ( en dit is nog zacht uitgedrukt). We zijn nu dus specialisten hoe koffie wordt gekweekt. ´S avonds namen we dan de nachtbus richting San Augustin. Dit betekende dat we onse kerstavond doorbrachten op de nachtbus. Gelukkig stopte de chauffeur onderweg om een danspasje te plaatsen en een pintje te drinken langs de kant van de weg. Hierna kraakten Isa en Hannes nog een flesje Aguardienté die sneller op was dan we hadden gehoopt. ´S ochtends kwamen we dan aan in San Augustin, bekend om zijn beelden waar archeologen nog steeds niet van weten wat ze betekennen. Omdat ons tijdsschema nogal strak was om op tijd in Quito te geraken besloten we om de dag zelf nog een tocht te paard te maken. Jaja, Dieter en Hannes staan er niet ver vanaf om echte cowboys te worden. Dieter zijn paard was eerder dood dan levend waardoor hij constant moet roepen om er toch wat beweging in te krijgen. Isa haar paard wou dan weer altijd vooraan zijn en was dus moeilijk in te tomen. Hannes zijn paard wou altijd dat van Isa volgens, of Hannes dit nu wou of nie...Dit was helemaal grappig omdat wanneer Dieter op zijn paard riep niet zijn maar dat van Isa begon te lopen waardoor ook dat van Hannes in gang schoot...De tocht zelf was best interessant, enkel spijtig dat nogal wat van de orginele beelden naar Europa zijn verhuisd. Op het einde van de rit besloten Dieter en Hannes dat het de laatste keer was dat ze hadden paardgereden. Maar als we Rico op een paard kunnen krijgen zullen we niet twijfelen. Na nog een wandeling in het Nationale Park ging de reis verder richting Popayan, de laatste halte in Colombia.
In Popayan stonden we de eerste dag al direct op om 03u30 om de Purace te beklimmen, wederom een vulkaan die 4800m hoog is. Aangezien we deze keer niet tussen de horden toeristen wouden lopen deden we de wandeling zonder gids. Nadat we een korte uitleg hadden gekregen van de zeer vriendelijke parkwachter vertrokken we aan de rangerpost op 3550m. Het was een prachtige wandeling met op het einde een krater met een diameter van 900m, fantastisch om te zien! Aangezien wij alle drie in topconditie verkeren waren we reeds om 14u terug bij de parkwachter die maar moeilijk kon geloven dat we tot boven waren geweest.
Vanaf Popayan ging de reis dan naar Quito, Ecuador, waar we nieuwjaar zouden vieren. We hadden twee dagen gerekend om daar te geraken en dit gaf ons tijd om aan de grens nog een mooi kerkje in de vallei te bezoeken, een toffe ontspanning als je al 7u in de bus hebt gezeten. Ondanks alle waarschuwingen ging de grensovergang zeer vlot en voor we het wisten waren we in Ecuador. Omdat we pas de 30´ste hadden gereserveerd maakten we een kort tussenstop in Otavalo om de volgende dag in Quito te arriveren. Omdat ook wij nieuwjaar in stijl wouden vieren hadden we ons hier een mooi viersterren hotel gereserveerd. Voor wie nieuwsgierig is: http://www.marriott.com/hotels/travel/uiodt-jw-marriott-hotel-quito/ Na 2 maanden Hostels was dit een ongelooflijke luxe voor ons. Natuurlijk wist iedereen direct dat we gearriveerd waren want rugzaktoeristen hadden ze in dit hotel blijkbaar nog nooit gezien. Onze naam werd nog bekender omdat Isa geen liften neemt. Aangezien de trappen met een alarm beveiligd waren moest Isa telkens door de security naar de kamer worden begeleid: zeer stijlvol... De komende dagen bestonden voor ons vooral uit het genieten van onze big-screen TV, onze luxueuze badkamer en de spa die in het Hotel was.
De dag van ouderjaarsavond liepen de straten rond 14u vol. Alle mensen waren verkleed, stonden bier te drinken en overal waren satirische poppen over de ecuardoriaanse politiek. Natuurlijk moesten ook wij van dit schouwspel meegenieten. Na een verkwikkende douche in onze reuze badkamer gingen we dan eten in een argentijns steakhouse ( Diet en Hannes wouden weten wat er hun nog te wachten staat) Hierna belandden we op een terrasje waar we om 23u, hoe kan het ook anders, onze nederlandse vrienden weer tegenkwamen. Om 00u was het plein helemaal volgelopen en begon het feest pas echt. Overal werden poppen verbrand om de slechte geesten weg te jagen en het vuurwerk dat al vanaf s`ochtends werd afgeschoten kreeg nog een extra input. Nadat het plein was leeggelopen begaven we ons naar de plaatselijke discotheek waar we tot in de vroege uurtjes het nieuwe jaar vierden ( en zelfs twee belgische nummers te horen kregen).
Nieuwjaarsdag bestond vooral uit het ontkateren en heel veel genieten van de laatste dag in ons luxe hotel. Jaja, met veel pijn in het hart moesten we ons 2 januari weer verhuisen naar een gewoon Hostel. Aangezien het einde voor Isa nu wel heel dichtbij kwam besloten we er nog eens goed in te vliegen. We namen de teleferique vanuit Quito naar 4100m alwaar we een wandeling begonnen van 3u naar de top op 4600m. Zo een klein hoogteverschil deed ons natuurlijk niets maar Isa had vergeten haar wandelschoenen aan te trekken en moest de tocht dan ook op haar slippers doen. Je had de andere wanderlaars moeten zien kijken! Gedurende de hele tocht had je een ongelooflijk uitzicht op Quito en de vulkanen die er rond liggen. Vooral de cotopaxi interesseerde Dieter en Hannes aangezien zij deze de komende dagen gaan beklimmem.
Voor de laatste keer heel veel groeten van ons alle drie,
Isa, Diet en Hannes
Eerste verhaal uit Colombia
Vandaag rustdag dus hebben we eventjes tijd om te vertellen over onze eerste dagen in Colombia. De eerste stad die we in Colombia bezochten was Cartagena. Een heel mooi koloniaal stadje aan de Noord-kust. De eerste dag wat rondgeslenterd en de plaatselijke kathedraal bezocht. Als echte toeristen namen we de audioguide, nu kennen we dus de hele geschiedenis van de stad. In ons hostel leerde we een Israelische Engelsman kennen die in Bogota woont met zijn Colombiaanse vrouw. Hij nodigde ons uit om s'avonds met zijn vrienden op restaurant te gaan. Zoals wel vaker in Colombia gebeurt zijn de goede restaurants Italiaans. Na een gezellige maaltijd nog een avondwandeling door de oude stad tot 01u s'nachts ( wie zegt dat je s'avonds niet alleen mag rondlopen in Colombia?). De volgende dag was het dringend tijd om onze was te doen. Onze Israelische vriend wou ons best helpen een wasserette te zoeken. Dus Isa en Hannes met 3 zakken vuile was de stad in. Na een uur rond te lopen en vele rare blikken vonden we eindelijk een wasserette. Ons plezier kon dan ook niet op als we s'avonds terug propere kleren hadden. S´namiddags het fort van Cartagena bezocht waar Isa haarzelf moest overtreffen om de lange donkere gangen in te gaan. ‘s Avonds hebben we een life concert meegepikt op het dak van een hostel, terwijl Dieter een diepgaand gesprek voerde met een plaatselijke schoonheid (?).
De laatste dag in Cartagena gingen we naar Playa Blanca. Hiervoor moesten we klaarstaan om 07u30 maar door een communicatiefout stonden wij reeds fris en monter klaar om 06u30. Een redelijk pijnlijke ervaring als je de avond voordien nog bent uitgegaan. Playa Blanca bereik je met een klein speedbootje waar je nogal sterk dooreengeschut wordt door de golven. We hebben de blauwe plekken om het te bewijzen (vooral Isa). Playa Blanca zelf is een heel mooi strand, maar misschien nog het meest opvallend zijn de vrouwen die er rondlopen om je te masseren en alles doen om hun massages te verkopen... Maar zo snel laten wij ons niet pakken natuurlijk.
De dag erna vertrokken we naar Mompos. De reis hiernaartoe is zeker even interessant als de eindbestemming. Eerst neem je de bus, daarna overstappen op een klein bootje waar je tussen de levende dieren (kippen en kressende varkens) de rivier mee oversteekt om vervolgens de laatste 30min per taxi af te leggen. Mompos zelf is een aangenaam stadje waar het verschrikkelijk warm is. Bolivar zei over Mompos: 'While to Caracas I owe my life to Mompos I owe my Glory' Elke Colombiaan wil dan ook een maal in zijn leven hiernaartoe komen. Echt veel is er niet te doen, maar erin rondslenteren is een ervaring op zich. Uit Mompos geraken vraagt ook enig geduld aangezien het asfalt hiet nog niet bestaat. Een busrit van 100 km duurt dan ook gemakkelijk 3u. De pijn van zo een lange busreizen wordt gelukkig verzacht door een prachtig landschap dat telkens weer verandert. Uiteindelijk geraakten we toch in San Gil, een bergdorpje bekent voor outdoor sporten.
Om rustig te acclimatiseren aan de bergen besloten we de eerste dag Barichara te bezoeken. Een klein bergdorpje beschermd door de UNESCO met prachtige straten en steegjes. Van hieruit wandelden we 10km naar Guane over een oud pad. Omdat we nu eenmaal niet zo sterk zijn in vroeg opstaan gebeurde de wandeling natuurlijk op het warrnste moment van de dag. Hiervoor verklaarde de plaatselijke bevolking ons dan ook voor zot. Om terug in Barichara te geraken werden we aangesproken door een 12 jarige jongen. Hij wou wel vervoer voor ons regelen. Een kwartiertje laten kwam zijn vader, met een oude amerikaanse wagen (Chevrolet) waar de uitlaat in de wagen uitkwam, aangereden en stapten we in. Onze verbazing was echter groot toen bleek dat de jongen zelf ging rijden en de vader gewoon op de passagiersstoel bleef. De hele weg hadden we dan ook de slappelach met de auto en de chauffeur, zeker toen hij telkens de motor afzette bergaf (ook hier zijn ze ecologisch/economisch?)... Dag twee in San Gil bestond uit raften. We besloten de Rio Suarez te temmen. Na een uitleg van 30min mochten we vertrekken. Maar eerst kregen we allemaal een armbandje met een noodnummer voor als je ergens zou aanspoelen. We waren met twee rafts en twee kayaks die voor de veiligheid moesten zorgen. In onze boot zaten naast ons nog een Hollands koppel en een Zweeds koppel. De rafting bestond uit verschillende afdalingen van categorie 3 en 4 en twee van categorie 5. Om jullie een idee te geven: de hoogste categorie bevaarbaar met een raft is 5+. De rafting was dan ook een ongelooflijke ervaring en tot onze verbazing ging alles ook redelijk vlot. Een keer waren we vastgelopen en moest iedereen in het midden van de rivier op een rots kruipen. Toen enkel nog Dieter en onze Zweedse vriend overbleef schoot de raft los en moest iedereen zich weer in de boot haasten. Enkel op de laatste afdaling van categorie 5 ging het fout ( zie filmpje). Aangezien iedereen snel terug in de boot is geraakt zonder teveel pijn konden wij er hard mee lachen. Onze gids vond het echter minder grappig en sloeg van de adrenaline zijn roeispaan bijna stuk op een rots. Blijkbaar was het vorig jaar minder goed afgelopen met een Duitser... Gelukkig kon ook onze gids er iets later mee lachen....( foto's op: www.facebook.com/album.php?aid=2347&id=340100057&l=121e6563bd )
De volgende halte op onze reis was Bogota. Na een lange bustocht waren we uitgehongerd, dus een lekkere hamburger kon er wel in. De plaatselijke keten: El Corral is een echte aanrader. Volgens ons zijn de hamburgers uitgevonden in Z-Amerika. De eerste dag hadden we direct afgesproken met Daniel, onze contactpersoon via Diet. Hij nam ons direct mee op Café om de plaatselijke drank uit te proberen: Alguardiente. Een sterke drank die wat weg heeft van Ricard. Blijkbaar kunnen wij Belgen dit echter beter verteren dan de Bogotanen zelf... De tweede dag bezochten we eerst de stad en het goud museum. Dit laatste was echt de moeite. Vervolgens gingen we weer op Café met Daniel. Deze keer om het plaatselijke bier te proberen en we blijven er van overtuigd dat het Belgische bier het beste ter wereld is! De dag erna namen we de kabelbaan naar Monserrate waar je een prachtig uitzicht over de stad hebt. ‘s Namiddags gingen we per fiets de stad verkennen ( ja, we hebben al meer gefietst hier dan met onze fietsclub uit Tervuren). Vooral tof om te zien was de Openbare Universiteit. Dit terrein is verboden gebied voor de politie en vol met grafitti. Het is een beetje het revolutionaire centrum van de stad...
En naar goede gewoonte sloten we de dag af met Daniel. Deze keer had hij echter iets speciaals gepland. We zouden samen naar Andrés Carne de Res gaan. Een feestcafé, restaurant, discotheek ( we zijn er zelf nog nie goed uit) Ook onze hollandse vrienden mochten mee en dus we trokken met ons 5 naar het appartement van Daniel zijn ouders ( maar eerst onderweg natuurlijk mcdo opgehaald). Hier aangekomen begonnen ook de vrienden en vriendinnen van Daniel te arriveren en dronken we al wat Alguardiente, Rhum en Tequila om in de sfeer te komen. Vervolgens kropen we met 19 in een busje richting feestbestemming. In het busje ( jaja iedereen goed op mekaar geplet) werd weer duidelijk dat wij Belgen net iets meer kunnen drinken dan de gemiddelde Colombiaan. Bij aankomst was de sfeer dan ook al uitbundig en konden we niet wachten om binnen te gaan. op voorhand had Daniel ons verteld dat het een unieke plaats in de wereld was en we kunnen hem zeker niet tegenspreken! Ongelooflijk groot ( en we zijn zeker dat we nog niet alle zalen hebben gezien), prachtige decoratie en vooral de sfeer maakt deze plaats echt uniek. We waren nog maar net binnen of we werden al verplicht om onze danskunsten te tonen. Met begeleiding van Daniel leerde Isa de zuid-amerikaanse dans, Dieter en Hannes kregen dan weer les van 2 Bogotaanse schoonheden. En al zeggen we het zelf: tegen het eind van de avond ( met nog iets meer Alguardiente op) vielen we niet meer zo hard op tussen de Colombiaanse natuurtalenten.
De volgende dag vertrokken we met een kleine kater richting Manizales waar we nu nog steeds vertroeven...
Groetjes,
Issabelita, Dieteritoy Hannesito
PS: Meer foto's van Venezuela kan je vinden op: http://www.flickr.com/photos/45754315@N05/?saved=1
Zon, zee, strand en Polar
Hierna was de grote dag aangebroken, we vertrokken naar Curacao en zouden Bert en Ilse terug zien en later zou ook Isa erbij komen. Zoals altijd waren we vroeg uit de veren en de taxi die geregeld was door onze posada was goed op tijd. Op de luchthaven aangekomen bleek er echter een probleem te zijn. Onze vlucht naar Aruba was wel geboekt maar de transfer naar Curacao stond niet in de computer. Na wachten ( iets waar we reeds zeer goed in zin) bleek het dan toch geen probleem. Het vliegtuig waarin we vertrokken kwam rechtstreeks uit een film over de Tweede Wereldoorlog maar bracht ons wel veilig op onze bestemming. Vol spanning stapte we uit de luchthaven en daar stonden Bert en Ilse, bruingeblakert en gezond op ons te wachten. Na mekaar een aantal keren te omhelsen en het besef te laten doordringen dat we samen in Curacao waren vertrokken we naar onze slaapplaats. Bert en Ilse hadden geregeld dat we in de fitnessezaal waar Bert werkt konden overnachten. Maar op typisch antilliaanse wijze was Remy, de uitbater van de fitness, de sleutel vergeten. Remy had echter ook een oplossing in peto. We zouden in het gastenverblijf van de ouders slapen. Eigen badkamer, airco en een waakhond met de naam Killer; wat een Luxe!!! btw, de killer was niet echt zo n grote killer, als he hem de hand rijkte begon hij op zijn rug te rollen.
Wat ons het meest plezier deed was om te zien dat Bert en Ilse een volledig leven hadden opgebouwd. Waar we ook gingen bijna altijd kenden ze wel iemand, en het eiland zelf heeft geen geheimen meer voor hen. De eerste twee dagen toonde ze ons de mooiste baaien van het eiland met een ongeloofelijk Koraalrif en het landhuis waar ze een B&B in willen openen. De dag erna bezochten we een natuurpark , sprongenvan een klif van 8 meter de zee in en eindigden op een strand waarvan je denkt dat ze alleen op postkaarten bestaan. We hebben vaak tegen mekaar gezegd dat het moeilijk is om te beseffen dat we samen op de Caraïben waren, maar het was zo!!! Op dag drie kwam Isa erbij. Na een reis van meer dan 24u was Isa nogal redelijk moe, maar haar komst moest gevierd worden dus gingen we de bars van Curacao verkennen. De dagen die volgde bestonden uit lekker (maar vettig) eten, pintjes drinken en genieten van de ongelooflijke stranden van Curacao.
De 8ste moesten we al om 05u30 opstaan en bracht Bert ( Held) ons naar de luchthaven. Daar vertrokken we met hetzelfde oldtimer vliegtuig richting Colombia. En ja, ook deze keer bleek onze transfer in Aruba niet volledig in orde. Tegen 3 uur kwamen we aan in Colombia en racete we met de taxichauffaur naar de bank en dan naar de bushalte om de laatste bus naar Carthagena te nemen. Spijtig genoeg leek dit een bus te zijn die op de raarste plaatsten onderweg stopten en om de 15 min gecontroleerd werd door het leger. Hierdoor kwamen we pas om 00u aan in Cartagena ( ja, ook het reizen in het donker word sterk afgeraden maar ge leeft maar èèn keer hè).
De rest van ons reisverhaal naar Colombia, nu met ons 3, volgt later maar hier nog enkele opmerkingen bij Venezuela;
- In Merida kan je de lekkerste Hamburgers ter wereld eten, daar kan zelfs de Burger King iets van leren,
- Polar is lekker bier maar spijtig genoeg drinken de Venezolanen zelf liever light bier en dan kun debeter kraantjeswater drinken
- Paardrijden kan echt wel leuk zijn ( jaja, lach maar)
- Verkeersregels zijn er om verbroken te worden, liefst in een wagen waarvan de deuren zijn doorgeroest
- Waar lopen al die Miss-Universes rond???
- Diet heeft voor het eerst gedacht om mischien ooit te stoppen met roken
- Hannes is bijna Koffieverslaafd
Bert en Ilse; nogmaals bedankt voor de zalige tijd op Curacao, jullie tweede thuis...
Hasta Luego
PS; Nu hebben we een fotokabel maar willen de computers niet mee...